De batterij laden
De batterij is in de fabriek al voor een deel opgeladen. Als het apparaat aangeeft dat
het batterijniveau laag is, kunt u het volgende doen:
1 Sluit de lader aan op een stopcontact.
2 Sluit de stekker van de lader aan op de USB-poort van het apparaat.
3 Wanneer het apparaat aangeeft dat de batterij volledig is opgeladen, maakt u eerst
de lader los van het apparaat en vervolgens haalt u de stekker uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet een bepaalde tijd op te laden en u kunt het apparaat tijdens het
laden al gebruiken. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren
voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het
apparaat kunt bellen.
Aan de slag 13
Laden met de USB-gegevenskabel
Het laden van de batterij gaat met de USB-gegevenskabel langzamer dan met de lader.
Laden met de USB-gegevenskabel werkt mogelijk niet als u een USB-hub gebruikt. USB-
hubs kunnen incompatibel zijn voor het laden van een USB-apparaat.
Laden met de USB-gegevenskabel kan lang duren als de batterij helemaal leeg is.
Als de USB-gegevenskabel aangesloten is, kunt u tegelijk met het laden ook gegevens
overdragen.
1 Gebruik een compatibele USB-gegevenskabel om het apparaat aan te sluiten op een
compatibel USB-apparaat.
Afhankelijk van het type apparaat dat u gebruikt voor het laden, kan het enige tijd
duren voor het laden van start gaat.
2 Als het apparaat ingeschakeld is, selecteert u een van de beschikbare USB-modi.