Apparaat- en SIM-kaartbeveiliging
Als u de pincode wilt wijzigen, selecteert u
Telefoon en SIM-kaart
>
PIN-code
. De PIN-
code moet 4 tot 8 cijfers lang zijn en beschermt uw SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik.
Deze code wordt geleverd bij de SIM-kaart. Nadat er driemaal achter elkaar een
verkeerde PIN-code is ingevoerd, wordt deze geblokkeerd. U moet u de blokkering
opheffen met behulp van de PUK-code voordat u de SIM-kaart weer kunt gebruiken.
Als u het toetsenbord na een bepaalde periode automatisch wilt laten blokkeren,
selecteert u
Telefoon en SIM-kaart
>
Per. autom. blokk. ttsnb.
.
Selecteer
Telefoon en SIM-kaart
>
Per. autom. blokk. telefn
om een time-out in te
stellen waarna het apparaat automatisch wordt geblokkeerd en alleen kan worden
gebruikt als de juiste (de)blokkeringscode wordt ingevoerd. Geef het aantal minuten
voor de time-out op of selecteer
Geen
als u de automatische blokkering wilt
uitschakelen. Wanneer het apparaat is geblokkeerd, kunt u nog steeds inkomende
oproepen beantwoorden en kunt u in sommige gevallen ook nog het alarmnummer
kiezen dat in uw apparaat is geprogrammeerd.
Als u een nieuwe beveiligingscode wilt instellen, selecteert u
Telefoon en SIM-kaart
>
Blokkeringscode
. De vooraf ingestelde blokkeringscode is 12345. Voer de huidige code
in en vervolgens tweemaal de nieuwe code. De nieuwe code mag tussen de 4 en 255
180 Instellingen
tekens lang zijn. U kunt zowel cijfers als letters gebruiken, en zowel hoofdletters als
kleine letters. U krijgt een melding als de blokkeringscode niet de juiste notatie heeft.