Nokia E52 - WLAN-internettoegangspunten

background image

WLAN-internettoegangspunten

Selecteer

Menu

>

Bed. paneel

>

Instellingen

en

Verbinding

>

Bestemmingen

>

Toegangspunt

en volgt u de instructies op het scherm. U kunt ook een van de groepen

186 Instellingen

background image

met toegangspunten openen, een toegangspunt selecteren waarvoor de aanduiding

wordt weergegeven en vervolgens

Opties

>

Bewerken

selecteren.

Gebruik de instructies die u hebt ontvangen van uw serviceprovider om de volgende

opties te bewerken:
WLAN-netwerknaam — Selecteer

Handmatig opgeven

of

Netw.namen zoeken

. Als

u een bestaand netwerk selecteert, worden

WLAN-netwerkmodus

en

WLAN-

beveiligingsmodus

bepaald aan de hand van de instellingen van het

toegangspuntapparaat.

Netwerkstatus — Hiermee geeft u aan of de naam van het netwerk wordt

weergegeven.

WLAN-netwerkmodus — Selecteer

Ad-hoc

als u een ad-hocnetwerk wilt maken en

apparaten rechtstreeks gegevens moeten kunnen verzenden en ontvangen. Een WLAN-

toegangspunt is niet nodig. In een ad-hocnetwerk moeten alle apparaten dezelfde

WLAN-netwerknaam gebruiken.

WLAN-beveiligingsmodus — Selecteer de coderingsmethode die u wilt gebruiken:

WEP

,

802.1x

, of

WPA/WPA2

(802.1x en WPA/WPA2 zijn niet beschikbaar voor ad hoc

netwerken.) Als u

Open netwerk

selecteert, wordt er geen codering toegepast. U kunt

de WEP-, 802.1x- en WPA-functies alleen gebruiken als het netwerk dat ondersteunt.

Toegangspunt gebruiken — Selecteer

Na bevestiging

om het apparaat zodanig in

te stellen dat om bevestiging wordt gevraagd voordat de verbinding die gebruikmaakt

van dit toegangspunt tot stand wordt gebracht, of selecteer

Automatisch

om het

apparaat zodanig in te stellen dat automatisch verbinding met de bestemming wordt

gemaakt via dit toegangspunt.

Voer de instellingen voor de geselecteerde beveiligingsmodus in en selecteer

WLAN-

beveiligingsinstell.

.

Geavanceerde WLAN-instellingen

Selecteer

Opties

>

Geavanc. instellingen

en kies een van de volgende opties:

IPv4-instellingen — Voer het IP-adres van het apparaat, het IP-adres van het subnet,

de standaardgateway en de IP-adressen van de primaire en secundaire DNS-servers in.

Neem voor deze adressen contact op met uw internetprovider.

IPv6-instellingen — Definieer het type DNS-adres.

Ad-hoc kanaal (uitsluitend voor ad-hocnetwerken) — Selecteer

Door gebr. gedef.

als

u handmatig een kanaalnummer (1-11) wilt invoeren.

Proxyserveradres — Voer het adres van de proxyserver in.

Proxypoortnummer — Voer het nummer van de proxypoort in.

Instellingen 187