Printerinstellingen
Selecteer
Menu
>
Bed. paneel
>
Printers
.
Als u een nieuwe printer wilt toevoegen, selecteert u
Opties
>
Toevoegen
.
Definieer de volgende opties:
Printer — Voer een naam in voor de printer.
Stuurprogramma — Selecteer een stuurprogramma voor de printer.
Drager — Selecteer een drager voor de printer.
Toegangspunt — Selecteer het toegangspunt.
Poort — Selecteer de poort.
Host — Definieer de host.
Gebruiker — Voer de gebruiker in.
Wachtrij — Voer de wachtrij in.
Afdrukstand — Selecteer de afdrukstand.
Papierformaat — Selecteer het papierformaat.
Mediatype — Selecteer het mediatype.
Kleur — Selecteer de kleurmodus.
Printermodel — Selecteer het printermodel.
De beschikbare opties kunnen verschillen.
Nokia-kantoortoepassingen 117